Omertelling 

De Omertelling, of Sefirat Ha’omer, is de dagelijkse telling van de 49 dagen tussen Pesach en Sjawoe’ot, zoals geboden in Leviticus 23:15-16. Deze periode begint op de dag na het feest van Pesach en leidt naar Sjawoe’ot, het Wekenfeest. In de tijd van de Tempel werd tijdens deze periode dagelijks een omer (maat) gerst geofferd. De Omertelling herinnert aan deze offers, maar vormt ook een brug tussen twee belangrijke heilsfeiten: de bevrijding uit Egypte en de gave van de Tora op de berg Sinaï.

Voor gelovigen in de Messias Yeshua krijgt deze periode een diepere vervulling. Pesach verwijst naar Zijn lijden en dood als het Lam van God, en met Sjawoe’ot vieren wij niet alleen de gave van de Tora, maar ook de uitstorting van de Ruach HaKodesh (Heilige Geest) – zoals beschreven in Handelingen 2 – die plaatsvond op deze dag. Het tellen van de Omer wordt daarmee een tijd van geestelijke voorbereiding op deze dubbele gave: de geschreven en de levende Tora.

De Omertelling symboliseert een reis van bevrijding naar bestemming. Elke dag is een gelegenheid om de ziel te zuiveren en een nieuwe stap te zetten richting geestelijke volwassenheid. Het is een tijd van verwachting, vergelijkbaar met de verwachting van de oogst. Zoals de eerstelingen de belofte van de volle oogst in zich dragen, zo verwijst Yeshua als Eersteling van de opstanding naar de grote oogst van zielen die nog komen zal.

Psalm 67, met zijn 7 verzen en 49 woorden, wordt vaak tijdens deze periode gelezen. Het is een gebed om zegen, om licht, en om wereldwijde erkenning van Gods verlossing. In de Messias krijgt dit gebed zijn vervulling: “opdat men op aarde Uw weg kenne, onder alle volkeren Uw redding” (Psalm 67:3). Die redding – Yeshua – is door God geopenbaard, zodat mensen van elke natie Hem mogen kennen.

De 49 dagen zijn dus niet slechts een aftelling naar een feest, maar een reis naar geestelijke vernieuwing, bekrachtigd door de Tora én de Geest, gegeven door dezelfde God, vervuld in Yeshua HaMashiach.